Stalingrad - Theodor Plievier

Verhaal
'Stalingrad' is het verhaal van het Duitse zesde leger dat ten ondergaat in Stalingrad. Een leger van eens 330.000 soldaten, dat niet mocht opgeven en daardoor volledig verloren gaat. Verschillende personen worden gevolgd van het moment dat operatie Uranus begint, tot de uiteindelijke capitulatie en het afvoeren van de duizenden krijgsgevangenen naar hun kampen in het achterland.

Mijn Oordeel
'Stalingrad' van Theodor Plievier mag absoluut tot een van de meest indrukwekkende oorlogsromans mogen gerekend. Als Duitser in ballingschap in Moskou kreeg Plievier toegang tot krijgsgevangenen die hem hun belevenissen meedeelden. De beschrijving van oorlogstonelen is bloedstollend, en gaat maar door, van het begin bij Kalatsch tot het einde in Stalingrad zelf.

Gruwelijke Quote
"Kapitein Steiger en zijn voet - of was het de door de warmte van de motor ontdooide laars met de daar omheen gewikkelde lappen - vormden de aanleiding tot wat kwam. Kapitein Steiger, gekweld door pijnen die tot in zijn knie en nog hoger opstegen, had aan de naast hem zittende Wedderkop gevraagd zijn been te mogen uitstrekken. Aangezien het in de nauwe cabine niet anders ging, had Wedderkop de voet van Steiger op zijn schoot moeten nemen. Toen Steiger hem na een poosje vroeg de lappen en de laars te verwijderen, om de voet in een shawl die hij hem aanreikte, te wikkelen, begon hij de lappen er af te halen en de veters los te peuteren. De weg liep juist naar beneden en op de bodem van de terreinplooi strekte hij zich een eind vlak uit, eer hij weer begon te stijgen. De terreinplooi met de scherp afgetekende wanden had in de witte roerloosheid bijna hetzelfde voorkomen als in de ijstijd, toen hij door het wegstromende gletscherwater in de steppe was gevormd en tot het Wolga-dal doorgetrokken. De wagen bevond zich op het weer omhoogvoerende deel van de weg. Wedderkop had de lappen afgewikkeld en de veter losgemaakt. Steiger beet zijn tanden op elkaar; de bijtende pijn zat niet in de voet, maar hoger, voelde hij. "Trekt u alstublieft de schoen met één ruk uit!" zei hij. Wedderkop had meer bewegingsvrijheid nodig, de chauffeur zette eerst zijn licht op vol om zich ervan te overtuigen, dat er in de verlaten omgeving geen enkele besneeuwde menselijke gestalte was te zien, zette toen de wagen stil. Maar de gestalten waren er toch.
De weg naar de vlakte terug leidde door een kloof, die naar het westen liep, dwars op de richting waarin zij reden, en in de zijplooi, die van deze kant niet te zien was, zaten twee vastgelopen vrachtauto's. De vracht aan gewonden was net als bij de vorige wagens verstijfd. Maar hier in de bocht bij het stijgende stuk van de straatweg, waar de voorbijrijdende voertuigen wel langzaam moesten rijden, hadden allen zich verzameld die zich zover hadden kunnen voortslepen. Zij hielden zich achter de sneeuwwallen verborgen, zij waren vertwijfeld als stervenden, die niet willen sterven, en zij waren listig - de ondervindingen van deze nacht hadden hen daartoe gebrach - als de jagende oermensen van de ijstijd. Alles gebeurde tegelijk.
Wedderkop trok aan de schoen, en met de schoen - leer, lappen, huid en vlees waren één massa - trok hij de murw gevroren voet af, zodat hij in zijn schoot het prachtig afgeschilde voetskelet van Steiger had liggen. Het zou normaal zijn geweest, als Steiger in een huilbui was uitgebarsten, maar het was Wedderkop die schreeuwde en terugdeinste. Terwijl hij zich afwendde - maar waar kon hij zich heenwenden, hij kon zijn blikken alleen maar door de voorruit werpen - zag hij in het felle licht van de schijnwerper een gedaante voor zich, die de weg afkwam, van zijn als glas afknappende voeten viel en voorover op zijn gezicht sloeg. En niet alleen die ene, maar een hele troep kwam nader - ze verrezen uit de kloof, met verbonden hoofden, gespalkte armen, in gipskorsetten, met dekens, vodden, stukken zeildoek om zich heen, ze hinkten, wankelden, vielen, beenderen versplinterden, gevallen richtten zich weer op en allen, ook zij die op de grond lagen, kwamen snel nader.

Verschrikkelijkheid


Praktisch
Oorspronkelijke Titel:
1945; 339 pagina's
ISBN346203054X



Geen opmerkingen:

Een reactie posten